5-3-2 of 4-4-2: Een elftal-opstelling is een organisatiestructuur. En de structuur volgt het doel dat je wilt bereiken en de middelen die je beschikbaar hebt.
5-3-2 en de Hollandse school
Het Nederlands Elftal gaat 5-3-2 spelen op het WK in Brazilië. Of zoals sommigen zeggen: 1-5-3-2. Want de keeper doet ook mee. De pers en veel Nederlanders vallen over bondscoach Louis van Gaal heen. Een schande, zeggen zij. 5 verdedigers en slechts 2 aanvallers ! Waar blijft de Hollandse school ? De school van aanvallen, vroeg druk zetten en vooruitverdedigen? Van storen bij de middellijn, het spel breed houden en buitenspelers op de flanken?
Anderen rechtvaardigen de keus. Je moet spelen naar je mogelijkheden, vinden zij. Dit Nederlands elftal heeft niet voldoende kwaliteit om aanvallend te spelen. Het heeft te weinig goede verdedigers en middenvelders en dus zijn er meer mensen achter de bal nodig. We zijn genoodzaakt om verdedigend te spelen.
Verdedigend spelen? Nee zegt bondscoach Louis van Gaal. ‘Welk systeem ik ook speel, ik pas de principes van de Hollandse voetbalschool toe’. Daarbij gaat het hem om aanvallend voetbal met rendement.
Wie heeft gelijk ? Spreekt het een het ander tegen ? Vanavond na Nederland – Spanje weten we meer. En na 18 (Australië) en 23 juni (Chili) nog meer. Weten we of het spel er aanvallend uitzag, kennen we de invloed van de context (de tegenstanders, de druk van het WK op de spelers, en de klimatologische omstandigheden) en het resultaat. Maar alvast vooraf: Wat Louis van Gaal doet kan wel eens heel logisch zijn.
Structuur volgt doel en middelen
‘Structure follows strategy’ zei de historicus Alfred Chandler in de jaren ‘60. Sindsdien is dat een veelgeciteerd adagium in de management- en organisatiewereld. De structuur, de vorm van de organisatie, volgt op de strategie van de organisatie.
Mijn ervaring in het werken in en met organisaties leidt tot een variant. De structuur van de organisatie volgt uit het doel dat je wilt bereiken, de context en de beschikbare middelen. De organisatievorm is belangrijk maar staat altijd in dienst van die drie elementen.
Ik zie dat in veel organisaties de vorm op voorhand vaststaat. Vaak is dat de zogenaamde harkstructuur. De matrixorganisatie komt ook veel voor. Beide leiden tot resultaten. Maar de vorm vooraf vaststellen kan de resultaten ook beperken. Dat gebeurt als de vorm niet optimaal past bij doel, context en middelen. Medewerkers richten zich dan weliswaar op de doelen van de organisatie maar gaan zich tegelijkertijd gedragen naar (wat ze denken dat) er in de structuur van hen wordt verwacht. Dat laatste leidt af van het doel en vermindert de resultaten van de organisatie.
Er is niet één organisatiestructuur de beste. De goede vorm verschilt per situatie. Het bepalen van die vorm begint met helder voor ogen te hebben wat je wilt bereiken. Vervolgens vraagt het om goed waarnemen van de beschikbare mensen en hun acties, en van de middelen je in huis hebt. Als dat goed gebeurt, dan volgt de goede vorm vanzelf. Misschien wel meer dan bedenken is die goede vorm een kwestie van gevoel. Gevoel voor vorm. En gezien het internationale podium bij het WK, in het Engels: Feeling of form.
Van Gaals gevoel voor vorm
Vanuit die invalshoek is de Van Gaal-oplossing verrassend verklaarbaar. Hij kiest voor 1-5-3-2 en geeft aan ook 1-4-4-2 of 1-4-3-3 te kunnen spelen.
Als we het per linie bekijken:
- De 1 van 1-5-3-2. De vorm staat vast: 1 keeper en die staat in het doel. En hij doet ook mee aan het spel; vandaar de 1 in 1-5-3-2.
- De 5 en de Hollandse school: Janmaat en Blind als opkomende backs. Zoals Suurbier en Krol dat in hoogtijdagen van de Hollandse school (1974) deden.
- De 3: De Jong, Sneijder en De Guzman. Een controleur (De Jong), een aanvallende nummer 10 (Sneijder) en een middenvelder die de balans brengt.
- De 2: Twee topaanvallers, Van Persie en Robben. Oranjes kapitaal voorin. En als Blind inschuift naar het middenveld en Sneijder door naar voren, dan spelen we toch weer 1-4-4-2 of 1-4-3-3.
We staan aan de vooravond van het WK. Hoe ver komt Oranje? Dat hangt van veel factoren af. Eén daarvan is of het systeem de spelers helpt om te presteren en te spelen zoals het beste bij ze past. Voor hen goed voelt.
Louis van Gaal is een vakman. Ik vertrouw vooralsnog op zijn gevoel voor vorm. Als dat klopt kunnen we een eind komen.